Strijd tegen omkoping

Informatie over de strijd tegen omkoping.

  1. Laatst bijgewerkt op

Zoals 40 andere landen, maakt België deel uit van de OESO (Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling) Conventie ter bestrijding van omkoping van buitenlandse ambtenaren in internationale handelstransacties.

Er is sprake van een misdrijf in geval van: “het opzettelijk aanbieden, beloven of geven van iedere niet verschuldigde betaling of ieder ander voordeel, direct dan wel via tussenpersonen, aan een buitenlandse ambtenaar, voor deze ambtenaar of voor een derde partij, teneinde te bewerkstelligen dat de ambtenaar handelt of nalaat te handelen met in de uitoefening van overheidstaken, om aldus zakelijk of enig ander ongeoorloofd voordeel uit internationale zakelijke transacties te verkrijgen of te behouden.”

Deze Conventie is het enige internationale instrument dat de strijd tegen corruptie aangaat die de nadruk legt op ”het aanbod” ofwel ten aanzien van een persoon ofwel ten aanzien van een entiteit die een onverschuldigde betaling aanbiedt, belooft of geeft. Volgens dit instrument, is er zelfs sprake van omkoping wanneer de verwachte resultaten niet werden bereikt. Daarnaast viseert het verdrag eveneens de omkoping begaan via een tussenpersoon, een dochteronderneming of een andere agent, alsook onverschuldigde betalingen ten voordele van familieleden van buitenlandse ambtenaren, van een politieke partij of van een andere derde (bv.: Stichting, Ngo, enz.).

Dit instrument werd goedgekeurd omdat dergelijke handelingen ernstige morele en politieke bezorgdheden teweegbrengen, maar eveneens het behoorlijk bestuur en de duurzame economische ontwikkeling van landen beïnvloeden en ten slotte de concurrentieverhoudingen verstoren. België zet zich net zoals andere Partijlidstaten in om maatregelen te nemen ter voorkoming van dergelijk gedrag en de sanctionering ervan.

Momenteel lopen er 390 onderzoeken tegen bedrijven en particulieren in 24 landen die partij zijn bij het verdrag. In dit verband zijn veroordelingen in de vorm van boetes (al 261, met een totaal van maximaal 1,8 miljard euro tegen een enkele onderneming) en gevangenisstraffen (al 80) uitgesproken. Meer informatie betreffende dat onderwerp, kunt u in het laatste OESO-verslag vinden.

In dat kader achten de Belgische autoriteiten het passend dat Belgische ambassades in het buitenland Belgische bedrijven in hun jurisdictie sensibiliseren voor het bestaan en het belang van dit instrument.

U kunt de relevante internationale instrumenten raadplegen op de site van de OESO:

  • De OESO Conventie ter bestrijding van omkoping en haar bijlagen
  • Een toelichting van de OESO betreffende de beoordelingsfase, alsook inzake de buitenlandse omkoping
  • Gids van goede praktijken voor de bedrijven